Johannes Passion - J.S. Bach

De COV NW-Veluwe voert regelmatig de Johannes Passion van J.S. Bach uit. Op 23 maart 2013 werd de Johannes Passion van J.S. Bach uitgevoerd met de volgende medewerkenden:

Solisten:

  • Nicole Fiselier – sopraan
  • Maaike Poorthuis – alt
  • Pascal Pittie – tenor (aria’s)
  • Henk Gunneman – evangelist
  • Marc Pantus – bas (aria’s)
  • Michiel Meijer – Christus

Orkest: Accademia Amsterdam

Algehele leiding: Jurriaan Grootes

In maart 2015 zal de volgende uitvoering van de Johannes Passion plaatsvinden. Hieronder leest u meer informatie over dit werk.

Johannes Passion: expressie en kracht

In 1724 was Bach net een jaar aangesteld als Cantor in Leipzig. Hij had al een aantal vernieuwende cantates op zijn naam staan. Drie maanden voor Goede Vrijdag begon hij met het componeren van zijn eerste Passion, de Johannes Passion. Deze was geheel anders dan wat men tot dan toe gewend was. De voorgangers van Bach hadden zich aangepast aan de behoudende wensen van Leipzig, en schreven bescheiden, ingetogen werken. Bach had muzikaal meer van de wereld gezien, en hij had vooral ook een helder beeld voor ogen hoe hij het lijdensverhaal wilde laten klinken. De Johannes Passion werd een werk van ongewone lengte en een ongekende expressieve kracht.

Meesterlijke complexiteit

Het lijdensverhaal van de Johannes Passion werd zoals vaker verteld door de Evangelist (tenor) met begeleiding van continuo. Deze begeleiding vinden we ook terug bij de andere individuele personen van het evangelie. Later zou hij in de Matthäus passion de Christuspartij van een “aura” van strijkers voorzien. Soms is echter het volk aan het woord, en toont Bach zijn complexe compositorisch meesterschap. Het hele koor en orkest klinkt dan in een keur aan polyfone stukken. De stijl en karakter van de muziek wisselt met het karakter van de onderliggende tekst. Daarnaast zijn de meeste koordelen van de Johannes Passion in symmetrische paren gerangschikt boven het centrale punt van het tweede deel: het koraal “Durch dein Gefängnis”, als symbool van de polariteit tussen Pilatus en het volk, en tussen gevangenschap en verlossing. Daaromheen zijn de delen over de gevangenneming en de kruisiging geplaatst.

Bezieling en diepgang

Het verhaal van de Johannes Passion werd nog verder door Bach gecompleteerd met koralen, die bespiegelen vanuit de gedachte van de gemeente, en met de aria’s van de solisten, die een meer persoonlijke, vaak piëtistische inslag hebben, geïnspireerd door de dichter Brockes. De koralen waren bekend bij de mensen, al was te tekst vaak nieuw. In de aria’s kon Bach ook weer veel creativiteit en bezieling kwijt, op uitgelezen plekken in het verhaal horen we verschillende solisten, maar ook vergezeld van verschillende instrumentale kleuren, zoals de toen al ongebruikelijke viola d’amore, gamba en luit. Het evangelie met commentaren werd vervolgens omlijst door twee magistrale koorwerken, een verheven openingskoor, en een betrokken slotkoor. Opvallend is het slotkoraal dat daar nog op volgt, de Johannes Passion wordt daarmee bijna als een bovenmaatse cantate afgesloten in een voor de passietijd ongewoon jubelende stijl. Dat de Johannes Passion voor Bach in 1724 nog niet voltooid was blijkt uit talloze latere aanpassingen. Hij had ook niet de tijd om ieder jaar een nieuwe passie te schrijven, maar bracht ook een aantal verbeteringen en veranderingen aan. Zo heeft hij een paar fragmenten uit het evangelie van Mattheus gehaald om de dramatische loop van het verhaal uit te diepen.

Vergelijking met de Matthäus Passion

In vergelijking met de Matthäus Passion ligt in de Johannes Passion veel minder een accent op drama en lijden, maar meer op Jezus’ koningschap en verheffing door het kruis. De versie van de Johannes Passion uit 1724 is verloren gegaan, wij zingen de tegenwoordig gangbare versie, samengesteld uit wat de meest waarschijnlijke definitieve versie van Bach had kunnen zijn.

Jurriaan Grootes 2013