Messa di Gloria van Puccini

Messa di Gloria (1880) – Giacomo Puccini (1858-1924)

Giacomo PucciniOp 23 november 2013 heeft de COV Noord-West Veluwe de Messa di Gloria van Giacomo Puccini uitgevoerd.

Puccini, lid van een familie die al vier generaties lang de kerkmuziek verzorgt in het Italiaanse provinciestadje Lucca, is voorbestemd om ook in die voetsporen te treden. Hij begint al heel jong met componeren en sluit op 22-jarige leeftijd zijn studie af met de Messa di Gloria. In die tijd ontwikkelt hij echter een uitgesproken voorliefde voor opera en wordt hij vooral gegrepen door de muziek van Verdi. Zijn talent wordt op waarde geschat en hij krijgt, na zijn eindexamen, een beurs om in Milaan verder te studeren. Bij zijn dood in 1924 is hij multimiljonair en de succesvolste operacomponist ooit.

De snobs hebben zich altijd verzet tegen zoveel populariteit bij het grote publiek: Puccini? Dat is de man die dienstmeisjes laat huilen! Eigentijdse critici blijven maar morren dat zijn muziek het niet haalt bij die van Verdi en het is niet ondenkbaar dat die kritiek hem ertoe aanzet zichzelf voortdurend te overtreffen. Zijn laatste, postuum uitgevoerde, opera Turandot behoort samen met Madama Butterfly, Tosca en La Bohème tot de meest gespeelde opera’s. De door hem ontwikkelde succesformule is ijzersterk; zijn vrouwelijke heldinnen maken zeer heftige emoties door in een exotisch decor, dat bij elke opera weer anders is. De mannenrollen worden gezongen door tenors als het om de minnaars gaat en baritons als het schurken betreft. En de vrouwelijke hoofdrol? Het is een bekend feit dat Puccini tijdens het componeren van zijn opera’s steeds verliefd is op een meisje met een vergelijkbaar karakter als dat van de heldin uit zijn opera. Zijn liefdesleven leidt dan ook tot de nodige schandalen en intriges die in een libretto niet zouden misstaan. Maar bovenal is zijn muziek vernuftig geconstrueerd met verbindende motieven die als signaal dienen voor de naderende hoogtepunten.

In de omgeving van het Lago Massaciuccoli schrijft Puccini, tussen 1895 en 1904, zowel Madama Butterfly als Tosca en La Bohème. Hij maakt de idyllische omgeving onveilig; hij is dol op jagen, snelle auto’s en varen met zijn speedboot. In 1903 overleeft hij ternauwernood een auto-ongeluk, iets dat in heel Italië in de krant komt te staan. Zijn flamboyante levensstijl, hij was een kettingroker, wordt hem tenslotte fataal en in 1924 overlijdt hij in Brussel aan keelkanker. Turandot wordt voltooid door Franco Alfano, maar bij de première, voor een uitverkochte zaal, kiest dirigent Toscanini ervoor om de opera uit te voeren tot de laatste maten die Puccini zelf heeft gecomponeerd. Vervolgens keert hij zich naar de zaal en zegt: ‘Hier eindigt de opera want op dit punt stierf de Maestro’.

Messa di Gloria

De Messa di Gloria is, zoals gezegd, het afstudeerproject van Puccini voor het Instituto Musicale in Lucca. Het stuk heet oorspronkelijk Messa a quattro voci con orchestra (vierstemmige mis met orkest) en volgt het normale schema van een mis: Kyrie, Gloria, Credo, Sanctus, Benedictus en Agnus Dei. In feite is het een op muziek gezette kerkdienst, passend binnen de traditie van zijn voorouders, maar waarin al duidelijk de invloed van het werk van Verdi te horen is. Verdi was na de dood van Rossini begonnen aan een project om, samen met andere operacomponisten, een requiem te schrijven, dat, behalve Verdi’s Libera me nooit van de grond kwam. Later, in 1874 bij de dood van de dichter Manzoni, schrijft Verdi ook de begindelen van het requiem. Puccini heeft zich bij het krijgshaftige begin van het Gloria en bij het eerste thema van het Credo duidelijk door Verdi laten inspireren.

Het stuk wordt bij de eerste opvoering goed ontvangen. In de gedetailleerde partituur kun je de levendige fantasie van een talentvolle jongeman zien, die na het leggen van dit fundament in zijn provinciale familietraditie, zijn talent voor opera verder ontwikkelt. De jonge Puccini maakt volop gebruik van de mogelijkheden van het orkest en zet het niet alleen in ter begeleiding. Hij laat het ook dramatische muzikale mededelingen doen. Alles staat ten dienste van de grote emoties. In zijn latere werk gebruikt Puccini een aantal thema’s uit de mis opnieuw; het Agnus Dei is terug te horen in Manon Lescaut en het Kyrie in Edgar. Direct na zijn afstuderen verdwijnt de mis in het archief, waarschijnlijk omdat Puccini direct groot succes heeft met zijn opera’s. Daar wordt de partituur teruggevonden door een Amerikaanse priester die materiaal voor een biografie verzamelt. Hij geeft het werk in 1951 uit, onder de naam Messa di Gloria, naar het lange, opwindende tweede deel. Ruim 70 jaar na het afstuderen van Puccini wordt het werk in Chicago voor het eerst weer uitgevoerd.

Tekst Mieke Lanen